In de put of wat te doen met het mijnerfgoed?

In de negentiende eeuw waaide de industriële revolutie door ons land. Het landschap en het sociaal maatschappelijk weefsel ondergingen een drastische metamorfose. Steenkool en andere ondergrondse grondstoffen vormden het fundament van deze transitie die tevens onze intrede in het Antropoceen betekende.  De Limburgse en Waalse mijnen behoren tot de oudste en meest tot de verbeelding sprekende van Europa. De mijnput bepaalde het dagelijkse leven van duizenden arbeiders en hun families. Italianen, Turken en zelfs krijgsgevangenen werden gerekruteerd om in de mijnen te werken. De macht van het patronaat was berucht. Vanaf de jaren 1960 kwam de sector in moeilijkheden door onder andere een verminderde staatssteun. Uiteindelijk zouden de mijnen opgedoekt worden waardoor duizenden kompels hun werk verloren. België kreeg als het ware zijn eigen rust belt.

In dit atelier stelden we ons volgende vragen: wat te doen met dit gigantische industrieel patrimonium met een eigen architectuur, dat zich zowel bovengronds als ondergronds vertakt? Is de herbestemming van het mijnerfgoed een symbool van een nieuwe creatieve, toekomstgerichte regionale herbestemming of moet het een stille, versteende getuigenis vormen die ons herinnert aan het leven en het werk van duizenden mijnwerkers en migranten?  Hoe diep zijn deze mijnen nog verweven met onze lokale identiteit? Wat te doen met de ecologische kant van dit verhaal? Wordt de stoflong een nieuwe groene long of zorgt bijvoorbeeld toerisme eerder voor een verdere verschraling van dit erfgoed?

Atelierweek

Op maandag dompelden we ons onder in het thema erfgoed door een geleid bezoek aan de expo ‘Gent Herbestemt’, georganiseerd door de studenten publieksgeschiedenis. In de namiddag spraken we met erfgoedexperten Bart Vanacker en Joeri Januarius (ETWIE). Tijdens een tweedaagse uitstap bezochten we de erfgoedsites be-MINE in Beringen en de ZLDR Luchtfabriek in Heusden-Zolder. Vervolgens gingen we in gesprek met Filip Delarbre (directeur mijnmuseum) en Paul Boutsen (vzw het Vervolg) omtrent de mogelijke herbestemming van dit erfgoed. In Genk bezochten we C-mine en spraken we met Leen Roels (ECRU). We sloten de dag af met een wandeling in de Tuinwijk Waterschei geleid door Ina Mitalidis (Stebo VZW). Woensdag trokken we richting de provincie Luik om er de site van Blegny (UNESCO werelderfgoed) te bezichtigen. Ten slotte gingen we op excursie naar één van de meest tot de verbeelding sprekende mijnen in België: de zinkmijn van Neutraal Moresnet, de voormalige vaak vergeten ministaat in onze contreien. Donderdag en vrijdag reflecteerden we over de verschillende sites.

Onze bevindingen werden gebundeld in een Min(e)d Map en voorgesteld op de StudieVrijDag.

Resultaten

Bekijk onze digi-expo over mijnen.

Team

Matthieu De Cock, Lien De Rydt, Claudia Dekimpe, Nora Gillisjans, Linde Van Severen, Anouck Vanderhasselt, Frederik Veldeman, Victoria Boone, Winde Goderis, Merel Parlevliet, Sophie Rademakers, Stan Vertommen, Paulien Daelman, Yannick Fevery, Femke Goedseels, Maud Lason, Michiel Schryvers, Marie Palmers, Zoye Provoost, Marie Verstaen, Ishka Desmedt, Leen Bervoets, Hans Blomme, Elias Degruyter, Robrecht Declercq, Martijn Collijs.

Contact: martijn.collijs@ugent.be