Versteend koloniaal verleden?

Europese koloniale machten verrijkten zich in de vroegmoderne en moderne periode met grondstoffen en producten uit overzeese gebieden. Om het koloniale discours en het beheer van de kolonies te faciliteren, bouwden de kolonisatoren op het eigen grondgebied een uitgekiende infrastructuur uit, gaande van standbeelden en woonhuizen tot administratieve gebouwen en handelscentra.

De sporen van dit 'versteende' koloniale verleden zijn nog steeds erg zichtbaar in de Europese samenleving, maar het maatschappelijke debat over de herbestemming ervan kwam pas recent op gang. Dankzij de opmars van het dekolonisatiedenken worden er vandaag steeds meer vragen gesteld bij de gevestigde praktijk om koloniale gebouwen een nieuwe commerciële of private invulling te geven zonder daarbij rekening te houden met hun duistere verleden.

Precies deze problematiek stond centraal in ons atelier. We bekeken actuele discussies over koloniaal erfgoed door een historische bril en gingen we na welke herbestemmingsvraagstukken relevant zijn in de Belgische en Nederlandse context.

Atelierweek

We begonnen ons onderzoek naar de (on)zichtbaarheid van het Belgische en Nederlandse koloniaal verleden in Gent. Onder begeleiding van een gids van de kritische burgerbeweging Labo VZW verkenden we het stadscentrum en zochten we naar sporen van de Belgische koloniale periode in straatnamen, monumenten en gebouwen. Op die manier kregen we een beeld van de activistische benadering van de koloniale herbestemmingsproblematiek.

Vervolgens besloten we om de beleidscontext nader te bestuderen. We gingen in gesprek met de dekoloniseringsambtenaar van de Stad Gent en legden ons oor te luister bij het Zeeuws Archief om meer te weten te komen over de concrete beleidskeuzes die in Middelburg zijn gemaakt.

Met die info op zak probeerden we bestaand koloniaal erfgoed te identificeren dat (nog) niet werd herbestemd in het licht van hedendaagse dekolonisatiedebatten. In Antwerpen lieten we ons leiden door dekolonisatie-adviseur Judith Elseviers en in Brussel volgden we een dekoloniale wandeling georganiseerd door Collectif Mémoire Coloniale. We bezochten ook de expo Style Congo in het CIVA en we nodigden prof. Johan Lagae uit om toelichting te geven bij de politieke betekenis en dynamiek achter de Brusselse koloniale architectuur en stadsplanning.

Tussen de activiteiten door werkten we beetje bij beetje toe naar ons eindproduct, een interactieve posterpresentatie die plaatsvond tijdens de StudieVrijDag. We schotelden de bezoekers een reeks vragen en afbeeldingen voor die de problematiek van koloniaal erfgoed op scherp stelden en gingen met hen in gesprek over de toekomst van dit erfgoed in onze samenleving.

Resultaten

Bekijk onze digi-expo over koloniaal erfgoed.

Team

Moyra De Boever, Jesse De Fruyt, Lies Pardon, Lotte Bauweraerts, Fine Callebaut, Tim Jacobs, RIk Kempen, Timon Dhaeze, Myrthe Van Der Smissen, Robbe Vanmaele, Alexandre Lissarrague, Lander Pieters, Yulin Gosset, Bram De Schepper, Anna Epperson, Emy-Li Christiaens, Bas Vanhooren, Senne Ongena, Pieter De Coene, Johan Belaen, Berber Bevernage, Gillian Mathys, Michael Limberger.

Met dank aan: LABO vzw, Collectif Mémoire Coloniale, Anne Wetsi Mpoma, Judith Elseviers, prof. Johan Lagae, Lore Colaert (Stad Gent) en Anneke van Waarden (Zeeuws Archief).

Contact: pieter.decoene@ugent.be