De Macharius-Heirniswijk staat in Gent bekend om haar unieke bruisende buurtleven waarin solidariteit en burgerparticipatie centraal staan. Het rozige beeld staat in scherp contrast met de arme, verkrotte en sociaal geïsoleerde buurt van de jaren 1960 en 1970. Vanaf de jaren 1980 experimenteerde de stad met herwaarderingsinitiatieven en nieuwe functies om het leven in de buurt te verbeteren. De buurt trok jonge hoogopgeleide middenklasse gezinnen aan die de buurt op hun beurt nieuw leven inbliezen met allerlei sociale activiteiten.

Tijdens Verleden Week gaan we samen op zoek naar de aard van de transformatie van de buurt en de herinneringen die er over bestaan. Wie maakte de buurt? In onze zoektocht naar een meerstemmig verleden luisteren we naar en stellen vragen aan vroegere en huidige buurtbewoners, politici, beleidsmakers, winkeliers, leerkrachten en stadsplanners ... Onze blik als buitenstaanders stellen we op donderdagavond voor aan de buurt zelf. Want vanuit het verleden willen we vooruit kijken: wat met de toekomst van de Macharius-Heirniswijk? Voor deze hamvraag laten we de bewoners aan het woord op een groot buurtgesprek op donderdagavond.

Team

Piet Creve, Fien Danniau, Margo De Koster, Bruno De Wever, Bart D’hondt, Joshua Dias, Ella Huys, Emma Ydiers, Babette Weyns, Kona Meurisse, Romy Vermeulen, Elyse De Laet, Sara Van Rossem, Pieter Van Gysel, Lisa Van Bockstaele, Jana Laporte, Samuel vander Straeten, Antoon Denys, Ditte De Neve, Tuur Vermeire, Anthe Baele, Mathias Verbustel, Neslihan Dogan, Ilya Thibaut

Contact: Fien.Danniau@ugent.be

Resultaat

Tijdens Verleden Week onderzocht het atelier Buurtmakers de transformatie die de wijk de afgelopen 50 jaar heeft doorgemaakt en de impact op het leven in de buurt vandaag. Welke herinneringen bestaan er over deze transformatie? Wie maakte de buurt? In onze zoektocht naar een meerstemmig verleden luisterden we naar vroegere en huidige buurtbewoners, politici, beleidsmakers, winkeliers, leerkrachten en stadsplanners … We namen 20 interviews af en 30 enquêtes.

Onze blik als buitenstaanders stelden we op donderdagavond voor aan de buurt zelf. Want vanuit het verleden wilden we vooruit kijken: wat met de toekomst van de Macharius-Heirniswijk? We legden de bewoners drie hoofdvragen voor: wie droomt u als toekomstige buur? Waar wil je je buren ontmoeten? en Wat met Macharius?

Voorafgaand aan het buurtgesprek, pitchten de studenten deze drie onderzoeksthema’s:

Wie woont in Macharius?

Wie woont in deze buurt? Wie woonde er vroeger, wie woont er vandaag?  Onze onderzoeksgroep dacht spontaan aan oude mensen als we ons een beeld vormden van oorspronkelijke inwoners van Macharius en Heirnis. Maar al gauw moesten we dat beeld bijstellen. Een bewoner uit de Slachthuisstraat met de gezegende leeftijd van 92 jaar woont  10 jaar in de wijk, onze collega Lisa uit de Zalmstraat, 18 jaar oud woont er al heel haar leven, dus 18 jaar. Overigens blijkt uit cijfermateriaal dat alvast Macharius een jonge wijk is. Er wonen slechts 12% ouderen, tegenover 20% in Vlaanderen.

Ouderen en jongeren, dat zijn de twee van de groepen waarop we ons onderzoek hebben gericht. Al meteen bleek dat dit allerminst homogene groepen zijn die met één stem spreken. Ze zijn meerstemmig. En net als in een koor is die meerstemmigheid

Hoe zingt het seniorenkoor van Macharius-Heirnis? Wij spraken met ouderen uit de Horizon  en andere oudere 65ste plussers uit de wijk. Uit dit en ander onderzoek blijkt grote variatie. Er zijn ouderen met veel sociaal kapitaal, die vaak actief deelnemen aan het buurtleven. Daarnaast zijn er echter ook ouderen die minder sociaal kapitaal hebben en een hoger risico lopen op vereenzaming.

De ouderen zijn dan wel zeer heterogeen, toch weerklonk een gemeenschappelijke vraag naar het meer adequaat maken van de groene ruimte als ontmoetingsplaats. Concreet gaat het dan over beter aangepast straatmeubilair zoals mobiel banken, beschutting tegen de zon.

Jongeren zijn over het algemeen tevreden over de groene ruimtes van de wijk. Al zouden zij meer spel- en sportinfrastructuur wensen. Wat het meest opviel, is dat de jongeren die wij spraken de wijk niet echt goed kennen. Bepaalde delen van de wijk, zoals het Coyendanspark, gebruiken zij in hun vrije tijd en daar zijn ze ook zeer zichtbaar, maar doorgaans wonen ze niet in de wijk.

Onderzoek toont aan dat dit ook omgekeerd gebeurt: er zijn groepen die in de buurt wonen, maar verder geen gebruik maken van de openbare ruimte. Veel mensen wonen wel in de buurt, maar léven hier minder en vertrekken kortweg ‘s ochtends naar hun werk en komen pas ‘s avonds laat thuis.

In dat opzicht is de wijk een residentiële buurt geworden. Vaak wordt dit in verband gebracht met het opwaarderingsproject van de jaren ‘80, waarbij veel kapitaalkrachtige middenklasse gezinnen naar de buurt werden getrokken. Veel mensen die vandaag een grote rol spelen in de buurt en de waardering van haar geschiedenis kwamen hier per toeval terecht omwille van de goedkope woningen destijds.

Goedkope woningen trokken al in de jaren 1970 Turkse nieuwkomers en studenten aan. Zij wonen vaak nog steeds in de wijk en kunnen dus met recht en reden tot de ‘oorspronkelijke’ bewoners worden gerekend.

Maar wat is oorspronkelijk? Buurten zijn permanent in beweging. Mensen komen en gaan. We stelden onszelf de vraag: wie woont er in deze de buurt? We stellen u de vraag wie droomt u als toekomstige buur?

Waar ontmoet je je buren?

Na deze vier dagen in de Macharius-Heirnis wijk, zien we dat jullie hier graag wonen. Dat blijkt uit de vele gesprekken. Vele aspecten van het leven in deze wijk dragen daartoe bij. Onze onderzoeksgroep richtte zijn focus op de buurt als ontmoetingsplek.

Een wijk is continu in beweging, is voortdurend in verandering. Dat geldt ook voor hoe mensen samenleven en elkaar ontmoeten. Jarenlang heeft het slachthuis de dynamiek van Macharius in belangrijke mate bepaald, in Heirnis was drukkerij Het Volk een belangrijke speler. Maar dat zijn slechts twee heel bekende voorbeelden die het samenleven hebben mee vorm gegeven. Daarnaast zijn er tal van bedrijven en bedrijvigheden te noemen die ooit succesvol waren in Macharius en Heirnis maar die nu verdwenen zijn en met deze bedrijvigheid was er een heel sociaal leven verweven dat mee verdween. Neem bijvoorbeeld het slachthuis: Kopers en verkopers zochten en vonden hier wekelijks een bed, een bord en een pint. Ook prostitutie scheen hier niet vreemd te zijn. Althans dat werd ons beweerd. Eind jaren tachtig verdween echter het slachthuis, de beestenmarkt en daarmee ook de vele herbergen, winkels, cafés en een heel leven.

Leven verdwijnt maar maakt plaats voor nieuw leven. Letterlijk: de kakafonie van het slachten en de dodendans van de koeien transformeerde naar het Coyendanspark: een nieuwe open ruimte voor de buurt. Dagelijks wordt dit park gebruikt door bewoners van de wijk maar ook door vele passanten.

Veranderingen kennen meestal zowel positieve als negatieve aspecten. Ook dat blijkt uit ons onderzoek. Velen missen de verdwenen wereld: de cafés, de winkels, de bedrijvigheid, maar missen zij ook de overlast, de stank, het slachtvee op hol, het bloed in de Schelde, het vele afval?

Een wijk is ook meer dan zijn economische bedrijvigheid. Neem nu deze Machariuskerk, of de abdij hiernaast, ooit glorierijke plekken van godsdienstig samenleven, vandaag meer wereldlijke plekken van ontmoeting, misschien zelfs te wereldlijk? En wat is er nog meer aan ontmoeting in deze wijk, wat ontbreekt? Daarover openen we graag met u het gesprek.

Wie gelooft in Macharius?

De religieuze skyline van de wijk is de voorbije veertig jaar weinig veranderd. De twee kerktorens staan er nog en de moskee is even onzichtbaar. Toch heeft er zich achter de geloofsgevels een transformatie voorgedaan.

De moskee huist in een onopvallend gebouw maar telt een actieve geloofsgemeenschap. Op feestdagen komen er tot 1500 Gentse gelovigen samen. Dat is een fluctuerende gemeenschap en kende ups en downs te wijten aan o.a. de tijdsbesteding en het sociaal leven van Turkse gezinnen dat zich buiten de moskee afspeelt. De fysieke onzichtbaarheid van de moskee contrasteert met de publieksactiviteiten in en met de buurt. Zowel met de Horizon, de Buren van de abdij, het buurtwerk en de scholen is al samengewerkt. De moskee ontleent haar identiteit ook aan Macharius en haar verleden in de buurt. De vrouwenvereniging van de moskee organiseert een fototentoonstelling over het verleden van de buurt en krijgt daarbij trouwens een beetje hulp van een andere groep studenten.

Maar de publiekswerking overstijgt de buurt en de geloofsgemeenschap: er zijn bijvoorbeeld rondleidingen voor scholen en politie, theater met NTGent, muziekoptredens met de Centrale. Elk cultuurhuis dat zoveel bezoekers trekt wordt geconfronteerd met bereikbaarheid en druk op de buurt. Maar het is een misvatting dat al die bezoekers met de wagen komen en groenbeleid in de weg staan.

Nu naar de kerktorens. Sint-Antonius van Padua is gekend als Regenboogkerk. Dat heeft alles te maken met de multiculturele geloofsgemeenschap en haar omkaderende werking. De maatschappelijke betrokkenheid van de Regenboogkerk kent haar oorsprong in 1997 wanneer priester Marcel De Meyer er kerkasiel organiseert voor mensen zonder papieren. Het is een actie die niet door iedereen werd geapprecieerd maar waar de buurt nu met trots op terugkijkt. Marcel De Meyer is er in geslaagd om nieuwe geloofsgemeenschappen te verbinden aan de Antoniuskerk op het moment dat Vlaanderen geconfronteerd werd met ontkerkelijking. Zijn kerk liep niet leeg.

De toekomst zal uitwijzen of de multiculturele betrokkenheid van de kerk het vertrek van Marcel De Meyer overleeft.

In tegenstelling tot de moskee en de regenboogkerk heeft de Machariuskerk niet langer een actieve geloofsgemeenschap.Dezelfde Marcel De Meyer omringde zich hier met buurtbewoners om het kerkgebouw via het Machariusproject een andere invulling te geven. Gebruikers en beheerders hielden er andere opvattingen op na wat resulteerde in het bisschoppelijk besluit om de kerk te ontwijden. De link tussen kerk en katholieke geloofsgemeenschap werd op papier doorgeknipt.

Maar je kunt het religieuze verleden niet zomaar uitwissen. Een kerkgebouw, zo toont ook de Sint-Annacasus, kan niet voor eender wat gebruikt worden.

Wat de moskee en de Regenboogkerk ons leren is dat de link tussen gebouw en activiteiten, het publiek is. Voor wie hou je de kerk open? Voor wie is Macharius?